Een nieuwe balans voor het cultuurbestel
De impact van de coronamaatregelen op de cultuursector is groot. Met steunpakketten voor cultuur en een ‘brede coulance’ voor de sector in subsidiejaar 2021 hoopt het kabinet grote delen van de cultuursector overeind te houden, maar het ontbreekt aan een langetermijnvisie, stellen de initiatiefnemers van Perfect World Cultuur. Om de sector toekomstbestendig te maken is volgens hen een hervorming van het cultuurbestel nodig. Welke knelpunten zien zij en wat moet er veranderen?
Behoud boven innovatie
‘De huidige financieringsstructuur houdt vooral de gevestigde instellingen overeind’, zegt Roy Cremers, een van de initiatiefnemers vanuit Erlenmeyer, een stichting die zich inzet voor de versterking van de culturele sector in Nederland. ‘Makers zijn de essentie van cultuur, maar toch trekken zij aan het kortste eind als het gaat om subsidies. Het eerste noodpakket voor de cultuursector, 300 miljoen euro, ging bijvoorbeeld vooral naar door het Rijk gesubsidieerde instellingen. En het extra steunpakket moest de sector zelf verdelen. Als er alleen gevestigde instellingen aan tafel zitten bij die verdeling, delven makers weer het onderspit. Grote instellingen zien het belang van kleinere partijen wel, maar hebben ook hun eigen belangen en zijn niet direct gebaat bij een verandering van het systeem. De solidariteit is daardoor ver te zoeken.’
Dat veel gevestigde instellingen vrijwel standaard kunnen rekenen op een vierjarige cultuursubsidie, komt de vernieuwing binnen de sector bovendien niet ten goede, zegt Cremers. ‘Makers die geen subsidie krijgen, moeten nadenken hoe ze relevant en zichtbaar blijven en hoe ze een publiek bereiken, zeker in coronatijd. Bij instellingen die van subsidie verzekerd zijn blijft die innovatie vaak uit, terwijl zij zich die juist kunnen permitteren.’ Behoud gaat boven innovatie, concludeert Cremers.
Zo redde de gemeente Amsterdam Museum Ons’ Lieve Heer Op Solder van de ondergang – met geld dat eigenlijk was bedoeld voor de regeling projectsubsidies, waarmee juist experiment en individuele makers konden worden ondersteund. ‘Een toekomstvisie op het cultuurbeleid lijkt te ontbreken. Dat heeft mogelijk met het systeem van een vierjarige financieringscyclus te maken: een bewindspersoon kan aan het begin van zo’n periode niet zomaar het systeem omgooien. Daardoor blijven grootse veranderingen uit, terwijl die juist nodig zijn om de impact van cultuur te vergroten. Vanuit het culturele veld krijgen we ook regelmatig signalen waaruit de ontevredenheid over het huidige model blijkt. Misschien hoeft niet het hele systeem op de schop en kunnen we bouwen op de fundamenten die er al liggen, maar het is wel tijd voor een herijking van het systeem.’
Coalities vormen
Erlenmeyer zette samen met Aimforthemoon, een start-upcollectief dat verandering teweegbrengt bij grote bedrijven, een innovatietraject in gang om de sector handvatten te geven voor een nieuw cultuurbestel: Perfect World Cultuur. Bij dit traject, dat in januari in dit jaar van start ging, worden stakeholders binnen de culturele sector, van gevestigde instellingen tot individuele makers, fondsen, beleidsmakers en belangenverenigingen, in kaart gebracht en geïnterviewd, zodat een helder beeld ontstaat van alle belangen. Drie vragen staan centraal: ‘Welke inspirerende voorbeelden zouden volgens jou een mogelijke oplossing voor dit vraagstuk kunnen bieden?’, ‘In 2025 vindt de wereld ons inspirerend, wat is er gebeurd? En waarom lukt dat morgen nog niet?’
Op basis van de antwoorden wordt een agenda opgesteld met de meest urgente knelpunten, opgedeeld in vier onderwerpen: leiderschap, organisatie, businessmodellen en marketing/ communicatie. Tot slot worden beperkende overtuigingen en mogelijke oplossingen in kaart gebracht.
‘In veel sectoren, ook in de cultuursector, gaat innovatie moeizaam omdat iedereen aan zijn eigen kleine wereldje denkt,’ zegt creatief strateeg Jenny Elissen, die vanuit Aimforthemoon betrokken is bij het initiatief. De methodiek, die ze beschrijft in haar boek Perfect world principle (Elissen et al. 2011), paste ze eerder toe bij onder andere bedrijven in de energiesector die wilden innoveren. ‘In de cultuursector is collectiviteit nodig om een doorbraak te maken als het gaat om systeeminnovatie. Stakeholders zouden coalities moeten vormen en gezamenlijk moeten nadenken over een cultuurbestel dat beter in balans is. Daarvoor moet je durven kijken naar wat in de loop der tijd uit balans is geraakt en bedenken hoe het systeem er idealiter zou uitzien.’
Zou een sector die bij uitstek creatief is niet zelf in staat moeten zijn oplossingen voor problemen binnen het cultuurbestel te bedenken? ‘De cultuursector zou zichzelf prima kunnen herzien, maar er zijn veel beperkende overtuigingen die dat bemoeilijken. Denk aan: de grote steden hebben het toch voor het zeggen, of: we krijgen toch geen subsidie. Het is lastig om van zulke vooroordelen af te komen als je er middenin zit. Daarnaast zijn dynamieken binnen een sector vaak reactief. Er wordt gedacht: hoe kunnen we ervoor zorgen dat we toch subsidie krijgen? Daarmee focus je op het huidige systeem. Onze methodiek richt zich juist op de vraag die daarachter ligt: hoe kunnen we samen het systeem zo veranderen dat het beleid vanzelf beter gaat functioneren?’
Eind juni 2021 moeten de belangrijkste agendapunten in kaart gebracht zijn. Daarna is het aan de culturele sector om de actiepunten verder te ontwikkelen, zegt Cremers. ‘We hopen innovatie aan te jagen. Of praten echt wordt omgezet in doen, is aan partijen uit het veld: die moeten bereid zijn over hun eigen schaduw heen te stappen en het belang van de sector boven hun eigen belang te stellen.’
Interview door Kim van der Meulen voor Boekman 126: Cultuurbestel als kader of keurslijf?
Download hier het volledige artikel