IN DEZE LES
Elk teken wordt gevormd door een combinatie van een modaliteit een element (en daarmee ook een polariteit). Deze combinatie bepaalt hoe je energie zich manifesteert en hoe je met de wereld omgaat.
Modaliteiten en elementen (+ polariteit)*
De twaalf dierenriemtekens zijn verdeeld in drie modaliteiten: kardinaal, vast en veranderlijk. Deze modaliteiten bepalen de manier waarop elk teken omgaat met energie en verandering.
Kardinaal: Deze tekens luiden seizoensveranderingen in en staan bekend om hun initiërende en ondernemende aard. Voorbeelden: Ram (vuur), Kreeft (water), Weegschaal (lucht), Steenbok (aarde).
Vast: Vaste tekens staan in het midden van een seizoen en brengen stabiliteit en standvastigheid. Voorbeelden: Stier (aarde), Leeuw (vuur), Schorpioen (water), Waterman (lucht).
Veranderlijk: Deze tekens bevinden zich aan het einde van een seizoen en zijn flexibel en aanpasbaar. Voorbeelden: Tweelingen (lucht), Maagd (aarde), Boogschutter (vuur), Vissen (water).
Naast de modaliteiten zijn de dierenriemtekens ook onderverdeeld op basis van de vier elementen: vuur, aarde, lucht en water. Elk element vertegenwoordigt een andere energie:
Vuur: Tekens die kracht, passie en actie vertegenwoordigen (Ram, Leeuw, Boogschutter).
Aarde: Tekens die stabiliteit, praktische zaken en materialisme benadrukken (Stier, Maagd, Steenbok).
Lucht: Tekens die intellect, communicatie en sociale interactie belichamen (Tweelingen, Weegschaal, Waterman).
Water: Tekens die emotie, intuïtie en gevoeligheid symboliseren (Kreeft, Schorpioen, Vissen).
*ieder teken heeft ook een polariteit (positief/negatief, yang/yin, initiërend/receptief), dit hangt samen met de elementen:
vuur- en luchttekens zijn positief/yang/initiërend
aarde- en watertekens negatief/yin/receptief