‘Cultuurplannen van voor de coronacrisis zorgen voor achterstand’

Ontvangst rapport Raad voor Cultuur

Minister Ingrid van Engelshoven (links) neemt op 4 juni het rapport van de Raad voor Cultuur in ontvangst.

Het verdelen van subsidies door de Raad voor Cultuur is niet meer van deze tijd, stellen zes invloedrijke personen uit de cultuurwereld. ‘Wie vooruit wil, wie wil veranderen, kiest ervoor nu eerst scherp te analyseren, te luisteren en te kijken.’

Dikke tranen vloeiden er, toen bekend werd dat meer dan de helft van de aanvragende culturele instellingen de komende vier jaar geen subsidie krijgt van het rijk. De vraag die ons bezighoudt is niet zozeer: wat willen we behouden? Maar: welke veranderingen willen we zien?

Eén ding is zeker: terug naar de situatie van voor de pandemie is onmogelijk. Covid-19 maakt zichtbaar wat al langer niet in orde was. Zo kijken we nu het monster van racisme recht in de bek. We wisten allemaal dat het bestond, maar corona legt het meedogenloos bloot. We kunnen er niet meer omheen, dit is het moment! We moeten radicaal om.

In de cultuur betekent verandering een continu spanningsveld tussen traditie en vernieuwing. Cultuur kenmerkt zich door een enorme beweeglijkheid, door radicale transformatie zonder vluchtig te zijn. Cultuur bevindt zich in de huid van de maatschappij, zij is de samenleving en houdt steeds de vinger aan de pols van het dagelijkse leven. Toch staat er een denkbeeldige muur tussen cultuur en ons leven. Dat heeft niet zoveel te maken met het gebrek aan analytisch of participatief vermogen, maar met het systeem.

Homogene cultuur

Het subsidiesysteem is al decennia een gesloten systeem, waarin een Raad voor Cultuur, het officiële adviesorgaan voor de minister, in hoge mate uitmaakt wat er in Nederland qua cultuur toe doet. Vanzelfsprekend staat de raad in nauw contact met de politiek, maar hij is ook in grote mate autonoom. Hij heeft een eigen mening die hij op tafel legt, ruim voordat het definitieve advies verschijnt. Zo weet elk zichzelf respecterend museum, theater en kunstmaker waaraan moet worden voldaan. De kijk­richting van de raad dicteert in grote lijnen de plannen. Daarom lijken veel van die plannen sterk op elkaar.

De raad schreef dit jaar een ‘zwetende zwoegende sector’ te zien. Dat is begrijpelijk, als je je bedenkt aan hoeveel voorwaarden, kwantitatieve resultaten, codes en kwaliteitseisen voldaan moet worden. Het zorgt voor een bureaucratisch netwerk van elkaar beconcurrerende instellingen die met het grootste gemak roepen dat ze zo goed samenwerken. Het zorgt voor het benoemen van doelstellingen op het gebied van diversiteit en inclusiviteit zonder nog maar één gesprek gevoerd te hebben met de mensen over wie het gaat. Kortom: het zorgt voor een homogene cultuur die zich nauwelijks van elkaar weet te onderscheiden. Van een fundamentele verschuiving is de komende vier jaar dan ook geen sprake. Is dat wat we vandaag, vanuit alle Nederlanders willen ondersteunen?

Het knellende systeem kenmerkt zich bijvoorbeeld door een vooraf vastgesteld aantal categorieën: musea, podiumkunsten, beeldende kunst, film, ontwerp en letteren. Maar wat nu als het hokje niet past? Hokjesdenken heeft nooit geleid tot vernieuwing of verbroedering. En dat doet het hier ook niet, getuige de grote aantallen aanvragen in verschillende ­categorieën.

Kunnen we een systeem bedenken waarin vernieuwing en verandering doorklinkt? Een die past bij de radicale veranderingen die we afgelopen weken meemaken? Een systeem gericht op de toekomst, met oog voor gelijkwaardigheid, subculturen en als ijkpunt bijvoorbeeld ook ‘betekenis’ in plaats van uit­sluitend ‘kwaliteit’?

De toekomst is wat je ervan maakt, niet wat je overkomt. We krijgen in de cultuursector komend jaar te maken met een keiharde realiteit: er zullen organisaties omvallen, verdwijnen en nooit meer terugkomen. Maar in elke crisis schuilt ook een kans. Laten we ons gezamenlijk op die kansen richten.

Ander systeem

Daarom is dit het moment. Geef cultuur de ruimte om vernieuwing te laten ontstaan. Zorg voor meer tijd, een ander systeem, om tot échte vernieuwing en verandering te komen. En om de collectieve betekenis van cultuur weer in de hoofden en harten van mensen te laten landen. De resetknop is de enige legitieme knop na Covid-19, na de protesten tegen racisme en andere effecten die hierop volgen.

Het nu honoreren van plannen die vóór de coronacrisis zijn gemaakt, zorgt voor een grote achterstand. Wie vooruit wil, wie wil veranderen, kiest ervoor nu eerst scherp te analyseren, te luisteren en te kijken. Dat betekent pas ­daarna nieuwe plannen, nieuwe instituten en nieuwe kansen ruim baan geven. Daarmee geven we niet het proces, maar de gierend noodzakelijke verandering van cultuur ruim baan. Adviezen uit het verleden geven geen garantie voor de toekomst.

Deze brief is geschreven op persoonlijke titel door Erik Kessels (creatief directeur KesselsKramer), Jacqueline Grandjean (directeur en curator Oude Kerk), Jörgen Tjon A Fong (artistiek leider Urban Myth), Roy Cremers (zelfstandige in de cultuur), Tinkebell (kunstenaar en schrijver), Wim Pijbes (directeur Stichting Droom en Daad). 

Gepubliceerd in Het Parool, 24 juni 2020, Erik Kessels, Jacqueline Grandjean, Jörgen Tjon A Fong, Roy Cremers, Tinkebell en Wim Pijbes

Vorige
Vorige

Development: AFK

Volgende
Volgende

De cultuursector na corona: ‘heilige huisjes gaan omver’